Dit thema was een voortzetting van het thema Rupsje Nooitgenoeg
waar we tijdens de gezondheidsweek in maart rond werkten.
We begonnen met het kijken naar enkele filmpjes hoe een
rups veranderde in een vlinder. Hierbij werden boeiende vragen gesteld. “Doet
het pijn zo vervellen?”, “Wat gebeurt er
nog met dat oude velletje?”, .... Ze waren dus heel geboeid en voelden ook mee
met de dieren. Daarna legden ze de volgorde van de evolutie van de rups tot
vlinder feilloos na.
De exploratietocht op de speelweide naar kriebeldiertjes
genoot veel belangstelling. Ze hielpen met het vullen van het terrarium. Het verschil
met een aquarium was voor hen vernieuwend. Het vervolg die week was dat ze elke
middag met slakken, kevers en mieren afkwamen.
Het bezoek aan de imker was leerrijk. We kregen eerst
een uiteenzetting via de computer, machines, materialen. Er werd honing
geproefd, imkerhoed aangepast, gevoeld aan bijenwas. Bij de kasten zelf keken
de kleuters hun ogen uit. Elk onthield zijn versie. Voor de één was het dat enkel
vrouwtjesbijen een angel hadden, de anderen
dat de dar geen lang leven beschoren was.
Onze vlinder door monodruk werd door de meesten goed uitgevoerd.
Zo ontdekten ze de symmetrie via spiegeling. De rietjesvlinder werd in reeks
uitgevoerd. Daar het een extra werkje was, mochten ze kiezen tussen twee of
drie verschillende kleuren. Hierin kon ik zien wij voor een uitdaging te vinden
was.
De rijmdomino vonden ze vrij moeilijk. Door oefening
kwamen ze er wel in. De verdere week oefenden ze tussendoor nog met rijm.
De kleuters genoten van de vele boekjes rond
verschillende kriebeldieren. Maar die van “Maya de bij” en de “Tien Vlinders”
met glitter vielen meest in de smaak.
We besloten de week met enkele proefjes van Fred de mier. Zo zagen we dat een eierschaal verpulverd werd door mierenzuur (uitgetest met azijn) en werd het vuur geblust door bakpoeder met enkele druppels azijn.